Het allerbelangrijkste om gezond te blijven is goede voeding. Goede voeding is voeding die is afgestemd op wat een dier hoort te eten, dus wat de wilde soortgenoten in de natuur eten. Voor zover dat toepasbaar is in onze samenleving althans.

Voor onze carnivore huisdieren, waaronder de hond, kat en fret, houdt dat in dat ze vlees, botten en orgaanvlees krijgen, al dan niet met groenten. Katten en fretten hebben geen groenten nodig, hooguit als vezelbron om de ontlasting minder hard te krijgen. Honden hebben iets groente nodig, maar niet meer dan ongeveer 10%. Koolhydraten hebben ze zo goed als niet nodig. Ze kunnen prima in hun energie voorzien met behulp van vetten en eiwitten.

In mijn praktijk is versvleesvoeding een grote peiler. Vrijwel alle zieke dieren worden in eerste instantie aan het verse vlees gezet. Ik maak daarbij geen verschil tussen complete diepvriesvoeding of zelf samenstellen. Het is beide zo aanzienlijk veel beter dan brokken, dat het onderlinge verschil niet zo groot is.

Door de overgang op versvleesvoeding gaat het lichaam ontgiften en zal de weerstand aanmerkelijk beter worden. Zo wordt het zelfherstellend vermogen van het lichaam gestimuleerd en heel vaak is dat al voldoende om chronische ziekte te overwinnen.

Ook voor de niet-carnivore huisdieren geldt dat ze moeten eten wat hun wilde soortgenoten eten. Dus voor herbivoren veel vezels, dus ruwvoer en groenvoer. Ook konijnen en cavia´s kunnen heel goed zonder brokjes leven. Zij kunnen oud worden en gezond blijven op goed, grof, vezelig hooi, takjes, kruiden en groenten.

Interview Dierbewust met Dierenarts Tannetje Koning over natuurlijke voeding.